Brief van Meerman aan Huydecoper d.. 12 november 1764

 

 

WelEdeleGestrenge Heer,

 

 

In conformité van 't geen ik laetst de eere had UEWEG. te melden, zoo sende hier neevens 't Latynsche Chronicon Hollandiae MS. in pergameno, waer van de editie aen de Hr Kluyt gecommitteert is. Wyders voege hier nog by twee Chronyken door my seer onlangs gekogt, een in quarto in een fransche band. Deselve is tot nog toe onuytgegeeven, en komt gedeeltelyk met

 

[p. 133] 

de Clercq van de lage landen1) gedeeltelyk met 't oude Goudsche Chronykje2), gedeeltelyk met Veldenaer3) overeen. De andere in twee exemplaren een in fol: en een in 4o 't eerste iets compleeter. Deselve zoo ik meene is ook onuytgegeeven, ten waere 't 't selfde mochte zyn met 't Chronykje der Graven van Hollandt4), gedrukt tot Amsterdam 1751. in octavo, welk ik niet hebbe. Van welke vier stucken ik van UEWEG. sal versoeken een recepisse, en kund UEWEG. deselven dan een maand 2. a 3. houden. Ik heb al die stucken aen UEWEG. toegesonden, of deselven nog van eenig nut aan UEWEG. souden kunnen zyn in de praefatie voor Stoke. Ik soude den Heraut hier bygevoegd hebben, ten waere ik my herinnerde, dat UEWEG. voormaels dit MS van de Hr Mieris ter leen hadde gehad. Ik hebbe 't op de auctie van v. Loon gekocht.

 

Ik weet niet, of ik UEde ooit gesegd heb 't geen van de Hr Mieris gehoord hebbe, dat sekere Hr Henrik Graham5), die in 's Hertogenbosch als advocaet gepractiseert heeft, de waere autheur is der Chronyk aen Claes Colyn toegeschreeven. Hij was een groot kenner van oudheid en liefhebber van medailles, en van hem gewaegd van Loon in syne Hedendaegsche Penningkunde pag. 135.

 

Voorts hebbe de eere my met veel hoogachting te noemen

 

WelEdeleGestrenge Heer,

 

UEWEG. onderdanige en gehoorsame Dienaer

 

G. MEERMAN

 

Rotterdam 12. Nov. 1764.

 

P.S. Mag ik UEWEG. versoeken, my te informeeren, wanneer wy UEWEG. doorwrochte editie van Stoke sullen mogen sien.

  

1)De Clerc uten laghen landen, middeleeuwsch auteur van een kroniek, in proza, tot 1316. Deze kroniek werd uitgegeven door Frans van Mieris (Leiden, 1740) en door B.J.L. de Geer van Jutfaas, in de Werken van het Hist. Gen. N.S. Nr. 6 (1867).

2)Het Oude Goutsche Chronycxken (zie mijn toelichting onder 2) blz. 127) loopt tot 1477. De eerste uitgave is van 1478 (bij Gher. Leeu te Gouda).

3)Jan (of Johan) Veldenaer, boekdrukker te Utrecht omstr. 1480, vertaalde Fasciculus temporum van den Westphaalschen Karthuizer Werner Rolevinck. Aangevuld met kronieken van Holland, Utrecht enz. verscheen deze vertaling o.a. te Leuven in 1476 en te Utrecht in 1480.

4)Cort chronykje van de graaven van Hollant (922-1398). Werd uitgegeven door P.B.V.D. te Amsterdam in 1751 ‘by Jan v. Stendel, boek- en papiervercoper op de hoek van de Heeregracht en Oude Spiegelstraat’. (Zie: Lijst van Noord-Nederlandsche Kronijken door Mr S. Muller Fz., Werken van het Hist. Gen. N.S. Nr. 31, 1880, blz. 32 en Geschiedenis van de Noord-Nederlandsche Geschiedschrijving in de Middeleeuwen door Dr Jan Romein (Haarlem, 1932), blzz. 104- 105).

5)Mr Hendrik Graham, advocaat te Den Bosch in het begin der achttiende eeuw, werd er aanvankelijk van verdacht de Kolijn-kroniek te hebben geschreven. Hij werd gedisculpeerd door Prof. Kluit, die, in een brief van 1 October 1801 aan Mr Henrik van Wijn, na ook Cornelis van Alkemade van dezelfde verdenking te hebben ontlast, Reinier (of Regnerus) de Graaf, plaatsnijder te Haarlem omstreeks 1700, als vervalscher van de bedoelde kroniek, aanwees.
Het zou mij te ver voeren hier in den breede op de eertijds geruchtmakende Kolijn-quaestie in te gaan. Genoeg zij het te weten, dat Huydecoper de eerste was, die de vervalsching van de Kolijn-kroniek op het spoor kwam, een ontdekking, welke hij, in het Eerste Deel van zijn uitgave van Melis Stoke, openbaar maakte.
(Zie verder: Toets van de egtheid der Rymchronyke, die, op den naam van Klaas Kolyn, uitgegeven is. - Werken van de Maetschappy der Nederlandsche Letterkunde te Leyden. - Derde Deel. 1777.; De Aloude Vryheid, Staatsregeering, en wetten der Batavieren; vergeleeken met die van laater tyden, enz. enz. Verdeedigd door Mr. P. van der Schelling. (Rotterdam, 1746.), blzz. 404-566.; Huiszittend Leeven door Mr Henrik van Wijn, Eerste Deel (Amsterdam, 1807); Leven, gedrukte werken en handschriften van Cornelis van Alkemade en Pieter van der Schelling door G.D.J. Schotel (Breda, 1833); Over historische en literaire namaak door Prof. Dr J.W. Muller - De Tijdspiegel (1912), blzz. 228-229; De rijmkroniek van Klaas Kolijn door C.J. van Poelje. - Tijdschrift voor Geschiedenis, Land- en Volkenkunde, 1916, blzz. 149-154.)

Bron: DBNL

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

www.klaaskolijnnet.nl © 2009