Artikelen

 

 

DE VINGERAFDRUK VAN PETRUS SCRIVERIUS

 

onderzoeksverslag

 

In het cold case onderzoek is nagegaan, of Reinier de Graaf, de laatste verdachte in de zaak Kolyn, terecht beschuldigd is van het bedrog. Daarbij bleek, dat in zijn antecedenten geen aanknopingspunten gevonden werden, dat hij over de kennis beschikte om een pseudo-middeleeuwse rijmkroniek te schrijven. Daarentegen stapelden de aanwijzingen zich op, dat de 17de eeuwse historicus Petrus Scriverius vrijwel zeker de schrijver van de Rijmkroniek is geweest. Zijn naam werd al langer in verband gebracht met de Rijmkroniek van Klaas Kolyn, omdat zijn geschiedkundige werken zouden zijn nagedicht, maar niet eerder is de vraag gesteld, of deze belangrijke historicus niet zelf de schrijver van de Rijmkroniek zou kunnen zijn, omdat Huydecoper, Wagenaar en Kluit er steevast van uit zijn gegaan, dat de mystificatie in de 18de eeuw tot stand zou zijn gekomen. Ook is niet eerder de vraag gesteld, of de datering (ca. 1170) door van Alkemade, die gebaseerd was op het laatste genoemde jaartal 1156, wel juist was. Uit het onderzoek komt naar voren, dat de interne datering moet worden bijgesteld naar ca. 1260 en dat de schrijver Klaas Kolyn geidentificeerd kan worden als de Egmondse monnik Nicolaas van Sassenheim, abt 1263-1269, de enige Egmondse abt met de naam Nicolaas (Klaas).

 

 

    

TUSSEN KOP EN STAART

 

Artikel

 

Dit artikel gaat over de regeringsperiode van de Hollandse graaf Dirk IV  (bij Kolyn Dirk III), waarvan de Egmondse Annalen en de daarop gebaseerde bronnen zoals de Rijmkroniek van Melis Stoke alleen het begin en het einde (moord) beschrijven, maar niet ingaan op wat zich tussentijds(tussen kop en staart) heeft afgespeeld. Kennelijk was de regering van graaf Dirk IV een smet op het blazoen van het vreedzame graafschap van Holland. Zelfs Scriverius heeft het niet aangedurfd om de werkelijke reden van de strafexpeditie van de Duitse koning/keizer Hendrik III te vermelden, namelijk een rebellie onder aanvoering van Godfried met de Baard. Dat vernemen we uit het bronnenonderzoek van Scriverius. Kolyn volgt Scriverius en zwijgt daar eveneens over. De betreffende passage bij Kolyn blijkt intussen van doorslaggevend belang voor het vaststellen van het auteurschap van de Rijmkroniek, juist omdat andere bronnen hierover zwijgen of de lacune op een andere manier opvullen.

 

 

PETRUS SCRIVERIUS ALIAS KLAAS KOLYN (SYNOPSIS)

Artikel

Artikel betreffende het cold case onderzoek naar het auteurschap van de Rijmkroniek van Klaas Kolyn. Aan de hand van de tekst van de Rijmkroniek is een daderprofiel opgesteld, zoals die door justitie en politie gehanteerd wordt voor het oplossen van zware misdrijven. Dit daderprofiel wijst wel in de richting van de 17de eeuwse historicus Petrus Scriverius, maar zeer zeker niet in de richting van de gedoodverfde bedrieger Reinier de Graaf, verkoper van de Rijmkroniek aan Mr. Cornelis van Alkemade. Het bewijs van de betrokkenheid van Petrus Scriverius wordt aangetoond aan de hand van tekstvergelijking tussen de Rijmkroniek van Klaas Kolyn en de Rijmkroniek van Melis Stoke. In het artikel wordt de vraag gesteld, of de Rijmkroniek van Klaas Kolyn, zoals wij die uit afschriften en publicaties kennen, wel de volledige tekst bevat, omdat de verkoper van de Rijmkroniek, Reinier de Graaf, in een brief aan de Rotterdamse boekhandelaar Pieter van der Veer als laatste jaar niet het jaar 1156 (de dood van graaf Dirk VI) noemt, maar het jaar 1196, dat de Leidse historicus Mr. Adriaan Kluit kwalijk leest als 1296 (de moord op graaf Floris V). De onvolledigheid zou dan te verklaren zijn uit het plotselinge vertrek in de oorlog van Reinier de Graaf, die misschien stadscommandant van Schoonhoven was en na de Vrede van Utrecht (1713) of in verband met het barrieretractaat (1715) naar Brabant werd overgeplaatst.

 

CAPITA SELECTA

Notities

In de capita selecta komt een reeks onderwerpen aan de orde naar aanleiding van de tekst van de Rijmkroniek van Klaas Kolyn resp. de opvattingen van Scriverius. Deze onderwerpen zijn: De brug over de Nabalia, de Brittenburg niet Romeins, De verdwenen nonnen van Bennebroek, Gebiedsuitbreiding van de eerste graven van Holland (nieuwe theorie), Dirk van Brederode, Robbrecht de Fries, Sterfjaar van Floris de Vette (Stoke contra van Maerlant), en de Identificatie van Okesdorp als Accastorp (Beverwijk), stuk voor stuk onderwerpen, die zich lenen voor discussie en nader onderzoek. 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

www.klaaskolijnnet.nl © 2009